DE SCHEEPSWERF “HET KROMHOUT” AAN DE IJSSELDIJK TE GOUDA

Dirk Borkus (1795-1867)
Dirk Borkus was scheepstimmerman in Capelle a/d IJssel. Hij kocht in 1819 een scheepswerf “Het Kromhout” aan de Rotterdamse Dijk (langs de Hollandse IJssel, d.i. Schielands Hoge Zeedijk) te Gouda. In datzelfde jaar begon hij (samen met de andere eigenaars van het terrein) met de firma Dirk Borkus en Compagnie. In 1823 werd hij de eigenaar van het gehele complex. (2)

In 1854 werd de werf van Borkus uitgebreid. In 1856 liepen er twee schepen voor de binnenlandse vaart van stapel en werd de kiel gelegd voor een barkschip, bestemd voor de grote vaart. In 1857 diepte hij de IJssel voor zijn werf uit. Waarschijnlijk verkocht hij het opgehaalde zand en grint aan de gemeente Gouda. In datzelfde jaar werd het barkschip “De Stad Gouda” te water gelaten. Ter gelegenheid hiervan kregen de ‘bedeelde’ mensen in Gouda op kosten Van Borkus een extra bedeling in brood en kaas. Ook in 1858 liep er een barkschip van stapel. In 1859 bouwde Borkus twee kanonneerboten voor de marine (z.g. “schroefstoomflotillevaartuigen”). (2)

 In 1835 kocht Klaas Jonkheid (tweede echtgenoot van Neeltje Lafeber) een perceel van Hendrik van Heek aan de Rotterdamsche Dijk naast de scheepswerf “Het Kromhout”.
Hij verkocht  dit perceel in 1872 aan zijn zoon Klaas Jonkheid. Ik vermoed dat Neeltje Lafeber daar bij haar overlijden in 1891 nog woonde.

Aardig om de vermelden is, dat de schrijver Herman de Man in zijn roman “De scheepswerf de Kroonprinses” de geschiedenis beschrijft van een scheepswerf aan de Hollandsche IJssel in Gouda (waarschijnlijk heeft de werf “Het Kromhout” hiervoor model gestaan).

Is het toeval dat de hoofdpersoon uit deze roman Cato Lafeber genoemd wordt ?
Is het toeval dat de eigenaar van de werf Dirk Borkus getuige was bij het huwelijk van Neeltje Lafeber ?

De scheepstimmerwerf "Het Kromhout" te Gouda - de tewaterlating van de bark "De Stad Gouda"
litho van Gijsbertus Johannes Verspuy (1823-1862)
bron : Gouda, tekeningen en prenten door dr. Jan Schouten
© Uitg. Repro-Holland - Alphen aan den Rijn 1978

Jacob Borkus (1823-1887)
Na het overlijden van zijn vader Dirk Borkus zette Jacob Borkus het bedrijf t.w. de scheepswerf  “Het Kromhout” aan de Rotterdamse Dijk (langs de Hollandse IJssel) te Gouda.

In 1877 leverde Jacob Borkus een pont aan de gemeente Gouda voor de Turfsingel tegenover de Vlamingstraat. Na het overlijden van Jacob Borkus werd het bedrijf voortgezet door zijn schoonzoon Willem Bokhoven.
(2)

Willem Bokhoven (1854-1921)
Willem Bokhoven nam na het overlijden van zijn schoonvader Jacob Borkus op 16 december 1887 de scheepswerf “’t Kromhout” over. De werf werd in de daaropvolgende jaren uitgebreid. Wegens gebrek aan een opvolger onder zijn kinderen verkocht Willem Bokhoven de werf in 1893 aan zijn zwager (eveneens gehuwd met een dochter van Jacob Borkus) Hubertus van Vlaardingen, die al sedert 1854 op de werf werkte en die - na de dood van schoonvader - leiding aan het bedrijf had gegeven.
(2)

Hubertus van Vlaardingen (1842-1917)
Hubertus van Vlaardingen en zijn zoon Jacob van Vlaardingen waren eigenaar van de werf “Het Kromhout” aan de Rotterdamse Dijk (langs de Hollandse IJssel) te Gouda. Deze werf was oorspronkelijk van zijn schoonvader Jacob Borkus en diens vader Dirk Borkus. De firma Van Vlaardingen was in de eerste helft van de twintigste eeuw een bekende scheepswerf in Gouda.

Hubertus van Vlaardingen, die al sedert 1854 op de werf werkte en die - na de dood van schoonvader - leiding aan het bedrijf had gegeven, nam het bedrijf over van zijn zwager Willem Bokhoven, die aanvankelijk de werf verkregen had. In 1905 werd het bedrijf een vennootschap tussen Hubertus van Vlaardingen en zijn zoon Jacob, onder de firma “H. van Vlaardingen”. De inventaris van de werf werd geschat op een waarde van ƒ 20.000. In 1915 werd de vennootschap ontbonden en werd het bedrijf voortgezet door Jacobus van Vlaardingen.
(2)

Jacob van Vlaardingen (1875-1955)
Jacob van Vlaardingen was eigenaar van de scheepswerf "Kromhout" in Gouda. In 1905 was hij gestart als vennoot met zijn vader Hubertus van Vlaardingen, onder de firmanaam “H. van Vlaardingen”. De inventaris van de werf werd toen geschat op een waarde van ƒ 20.000. In 1915 werd de vennootschap ontbonden en werd het bedrijf voortgezet door Jacobus van Vlaardingen.
(2)

Rond 1916 besloot Jacob van Vlaardingen de werf te verplaatsen naar de overzijde van de rivier omdat de Goudse kaarsenfabriek het terrein van de scheepswerf wilde gebruiken voor de uitbreding van het bedrijf. Van Vlaardingen kocht aan de overzijde de scheepswerf "De kroonprinses" en doopte die om in "Kromhout"

Bronnen :

(1) Scheepswerven en windmolens aan de IJssel te Gouda, J.L. van Eijk in zesde verzameling bijdragen, Oudheidkundige kring “Die Goude”, juni 1949
(2) Op hoop van zaken - de industrialisatie van Gouda 1813-1913, Bregje de Wit, boekhandel Verkaaik, Gouda 2004

Zie ook: Website Stichting Buurtschap Stolwijkersluis

Overzicht van de familierelaties Borkus, Van Vlaardingen en Bokhoven


  © schema : Jan Lafeber

De grootvader van Niza Cornelia van Eijk (1880-1953) was een kleinzoon van mijn voorouders Arie Huijbertse van Eijk (1699-1768) en Francijntje Donselaar (? -1781)
Willem Bokhoven (1854-1921) stamt zowel van vaderskant als van moederskant af van mijn voorouders Arij Jansz de Koster en Geertje Ariensdr van Straalen (geh. 21 maart 1687 te Gouda)