Leendert Lafeber en Immigje Kiers (zie : kwartierstaat)

Door Lammert Huizing
Uit : Hoogeveensche Courant d.d. 30 april 1999

Hij was maar klein van postuur en woonde in een kleine woning, aan de Schutstraat, langs het kanaal, tegenover het oude ziekenhuis Bethesda.
Hij was huisschilder : Leendert Lafeber.
Een man die in het verzet deed wat zijn hand vond om te doen.
Hij maakte geen deel uit van het georganiseerde verzet, maar kon geen mensen in nood laten zitten.
Zijn afschuw voor NSB'ers en landwachters liet hij duidelijk blijken.
Zijn collega Thie Katerberg uit de Bentinckslaan keek hij niet meer aan.
Als deze hem groette, keek hij de andere kant op.
Katerberg liep met een NSB-speldje op en ging nogal eens weg met de trein.
Katerberg was een van de eersten, die met de bevrijding door de Binnenlandse Strijdkrachten werd opgepakt.
Hij werd overgebracht naar de Hervormde school aan de Bentinckslaan, waar veel delinquente NSB'ers met hun gezinnen werden opgeborgen.
Na een uur was hij weer vrij.
Katerberg bleek als infiltrant voor de ondergrondse jarenlang te zijn binnengedrongen in de NSB en had bij de Duitsers informatie los gekregen, waar het verzet mee werken kon.

Tijdens de mobilisatie was Leendert Lafeber actief voor de Luchtbescherming.
In de oorlog zette hij zich in voor hulp aan evacuees.
Wim Dekker uit Warmond, die oude talen studeerde in Leiden, was drie jaar lang de vaste onderduiker in huize Lafeber.
Toen hij kwam, in 1942 nadat de radio's moesten worden ingeleverd, kwam er grote honger naar nieuws van de overkant.
Iedereen wilde weten wat voor berichten er waren op de Engelse zender.
Bij Lafeber was de radio ondergebracht van de gemeente-ontvanger Sjieuwe Snoek, die samen met zijn vrouw met een deel van de gemeentekas en papieren was verdwenen.
Ook hun piano en gasfornuis stonden bij Lafeber.
Dat wist Piet Kooiman, de huisarts.
Dagelijks kwam hij op bezoek bij Lafeber om via de BBC te horen, waar de duitsers weer een pak slaag hadden gekregen.
Lafeber nam op een dag Kooiman apart.
"U bent een beste brave kerel, dokter Kooiman", zei -hij, "maar niemand in Hoogeveen gelooft, dat u elke dag als arts op visite komt, terwijl wij allemaal gezond en wel hier rondlopen."

Netwerk
Toen kwam Wim Dekker met het idee, om dagelijks de berichten van de BBC uit te tikken op een schrijfmachine.
Dat gebeurde.
Hij maakte meteen doorslagen en Kooiman gaf adressen door, waar die berichten in een giro-enveloppe konden worden bezorgd.
Zo ontstond een netwerk van tegen de honderd mensen, die dagelijks de berichten van de Engelse Zender aan huis bezorgd kregen.
Dat gebeurde door de 12-jarige Leendert Lafeber junior en zijn moeder.
Mevrouw Lafeber mocht zich niet te vaak aan de Hoofdstraat laten zien.
Het zou opvallen als zij daar iedere dag zou lopen winkelen.
Lege giro-enveloppen werden door deelnemers van de lezerskring bij toerbeurt gehaald op het postkantoor.
Lafeber kon dat niet doen, want zoals de meeste Hoogeveners had hij geen girorekening.
Dun papier en carbon werden geleverd door Jan de Jonge, lid van de bekende verzetsfamilie, terwijl Kooiman zorgde voor een degelijke schrijfmachine een grote Remmington.
Vanuit het ziekenhuis kwam regelmatig de hoofdzuster Tinie Zijlstra met mensen, die voor een of twee dagen onderdak moesten hebben.
Het waren onderduikers of door de Duitsers gezochten, voor wie een plaats moest worden gezocht.
Ook voor een aantal joden werd Huize Lafeber als doorgangshuis gebruikt.

Maandverband
Op een dag kreeg dokter Kooiman bezoek van Frits van Buuren uit Haarlem als joodse jongen oorspronkelijk afkomstig uit Hoogeveen.
Hij was met zijn vrouw Lida ondergedoken in Uitgeest.
Hun baby van tien dagen oud hadden ze zogenaamd te vondeling gelegd op een duikadres.
Een keer in de veertien dagen konden zij het kind zien, maar ook dat werd te gevaarlijk.
Frits kwam op een dag via via terecht bij dokter Kooiman.
Voor de dokter zelf was het te riskant om onderduikers te herbergen, omdat de Duitsers hem, meer dan iemand anders, in de gaten hielden.
Mevrouw Kooiman trok naar Lafeber, of die raad wist.
Na overleg met zijn vrouw en hun vaste onderduiker, zeiden ze: Laat hem maar hier blijven. "Je kunt niet iemand de straat de opsturen, als je weet dat hij kan worden doodgeschoten" zei mevrouw Lafeber.
De zondag daarop reisde Leendert Lafeber naar Uitgeest, om Lida op te halen.
Lida wilde vier grote koffers mee, want je weet maar nooit hoe lang zo'n onderduik gaat duren.
Twee kleine mensen met twee reuze koffers arriveerden die avond Hoogeveen.
Een week later ging Lafeber alleen naar Uitgeest om de beide andere koffers te halen.
In Utrecht stapten enkele Duitsers en een Nederlandse SS'er de trein binnen voor koffercontrole.
"Ik weet niet wat er in de koffers zit", zei Lafeber naar waarheid.
Zijn kleingeld, spoorkaartjes en sleuteltjes stopte hij altijd ergens in een zak zonder te onthouden waar.
Hij zocht zich wezenloos naar de sleuteltjes.
"Je hoeft niet zo zenuwachtig te worden", kreeg hij te horen.
"Als jullie niet zenuwachtiger zijn dan ik, dan mag je het er voor doen", antwoordde hij.
Alle vier waren ze intussen razend nieuwsgierig, wat er voor de dag zou komen.
Eindelijk ging een van de koffers open.
Hij zat helemaal vol, maar dan ook helemaal met maandverband.
Allemaal uit de verpakking, omdat er dan meer in kon.
Zelfs de Duitsers bloosden en de andere koffer hoefde niet meer open.

Bonnen en wapens
Regelmatig werden er jute zakken gebracht, vol met distributiebonnen, afkomstig van een kraak, gepleegd door de Knokploeg Meppel-Hoogeveen of door het duo Nico-Victor (de NV).
Ze werden in de kelder gegooid bij de zakken met aardappels.
Lafeber zorgde er een of twee dagen later voor, dat de bonnen verder kwamen om te worden verdeeld onder de honderden onderduikers in en rond Hoogeveen.
Soms ook we werden er 's nachts na een bekend klopsignaal op de zijdeur zakken met wapens gedeponeerd die een dag later werden afgehaald.
Schutstraat 155 was een sleuteladres in het illegaliteitsnetwek in Hoogeveen.
Na de oorlog zweeg Lafeber over wat er in al die jaren in zijn huis was gebeurd en waarbij hij betrokken was.
De armband van de Binnenlandse Strijdkrachten wilde hij niet dragen omdat er naar zijn smaak te veel BS'ers waren, die nooit in het verzet hadden gezeten : de zogenaamde meikevers.
Hij kreeg later het zogenaamde Bernardspeldje zoals alle BS'ers, maar heeft het nooit willen dragen.
Op 27 februari 1996 worden Leendert Lafeber en zijn vrouw door de Israëlische regering posthuum onderscheiden met de Yam Vashem medaille voor hun voorbeeldige inzet in moeilijke jaren.
Hun kinderen nemen het ereteken in ontvangst.
Het ontgaat de plaatselijke en regionale media.
Alleen het Nieuw Israëlitisch Weekblad maakt melding van de bijzondere gebeurtenis.
In Hoogeveen is na een halve eeuw het verzet van het echtpaar Lafeber-Kiers gedegradeerd tot vergeten geschiedenis.

Leendert Lafeber en Immigje Kiers (Yad Vashem)
Leendert lafeber en zijn vrouw Immigje Lafeber-Kiers uit Hooge-
veen lieten in de laatste wereldoorlog joden bij hen onderduiken


Lafebernaar begin artikel Reacties graag naar :

Lafeber

LafeberTerug naar homepage