Verklaring van Hage Visser en Arij van der Want over de terugkeer van Jacob de Koning uit franse dienst op 6 april 1814 in Gouda



Van de landmilitie

Compareerden voor ons Mr Lodewijk van
Toulon
Burgemeester der stad Gouda Ambtenaar
van den Burgerlijken staat Hage Visser en
Arij van der Want
beiden wonende binnen deze
stad dewelken verklaerden wel te kennen Jacob
de Koning
mede wonende binnen deze stad, dat
denzelve als conscrit 1) is vertrokken geweest en
gediend onder het 124 regiment Infanterie van Ligne
dat denzelve den zesde April 1814, alhier eerst
is terug gekomen en alzo buiten de mogelijk-
heid geweest om aan de loting voor de landmilitie
van de jare 1814 te kunnen voldoen, bereid zijnde
om des gerequireerd hetzelve met solemneele Eede 2)
te bevestigen.

               Gouda den 6e Meij 1815

Dit merk stelde
Hage Visser
   L van Toulon
Arij van der Want
ons present
R Koppenol
H.W. Verbruggen

1) conscrit = loteling
2) met solemneele Eede = met plechtige eed





afbeelding franse linie-infanteristafbeelding franse linie-infanterist

afbeelding franse linie-infanteristen in de
periode 1812 – 1815:
© Peter Schuchhardt


Jacob de Koning was 1 meter en 570
millimeter lang

(zie : oud archief Gouda, inv. nr. 2733 - 38b)






Jacob de Koning werd gedoopt in Gouda (St. Janskerk) op 6 april 1791. De lichting 1811, waartoe Jacob behoorde werd pas in de loop van 1812 opgeroepen. Alle manlijke kinderen gedoopt in de Goudse kerken in 1791 behoorden tot deze lichting van 1811.  Het lot viel helaas ook op Jacob om te moeten dienen in het keizerlijke leger van Napoleon. Het feit dat hij in 1811 was getrouwd met Cornelia van der Kleij verloste hem niet van zijn dienstplicht. Ook zijn lengte van 1 meter 57 (volgens het franse document 1 meter 58) was geen reden om hem af te keuren. Hij werd 'capable de servir' (= geschikt om dienst te doen) geacht. Jacob de Koning had een vlak gezicht, een hoog voorhoofd, blauwe ogen, een kleine neus, een gemiddelde mond, een ronde kin en lichtbruine haren en wenkbrauwen. Als bijzondere kentekenen werden kleine pokken genoemd.

Jacob de Koning
(zie ook : oud archief Gouda, inv. nr. 2733 - 38b)

Op 15 september 1812 werden de Goudse conscrits (= lotelingen) opgeroepen om voor de maire (burgemeester) van Gouda te verschijnen.  En op 11 november 1812 's morgens om 8 uur dienden zij zich in Den Haag te melden om te marcheren. Op 28 november 1812 werd hij als fuselier ingedeeld bij het 5e bataljon, 3e compagnie van het 124e regiment infanterie de ligne (en later bij het 2e bataljon voltigeurs). Hij heeft dus niet deegenomen aan de veldtocht naar Rusland in 1812. Waarschijnlijk nam hij ook geen deel aan de veldslag bij Leipzig in oktober 1813, want hij deserteerde in 1813. Op 6 april 1814 keerde hij terug in Gouda volgens een afgelegde verklaring door twee Gouwenaren Hage Visser en Ary van der Want.

Hij mag overigens van geluk spreken, dat hij bijtijds de benen nam, want het aantal doden en gewonden bij de slag van Leipzig was gigantisch.
Kort na zijn terugkeer in Gouda overleed zijn eerste vrouw Cornelia van der Kleij op 4 februari 1815. Jacob de Koning hertrouwde op 17 mei 1815 in Gouda met Anna Naomi Wiltenburg. Hij begon een mandenmakerij op de Raam te Gouda. Hij overleed hier op 1 januari 1867 op 75 jarige leeftijd.


(klik op afbeelding voor een vergroting)

Inschrijving van Jacob de Koning in het 124e régiment d'infanterie de ligne, 15 janvier 1811-11 décembre 1812 (matricules 3 002 à 4 789) - Franse ministerie van defensie


terug naar kwartierstaat


terug naar home